Het hele risicomodel is voornamelijk een theoretisch model dat veel op statistiek is gebaseerd.

De praktijk zal – gemiddeld genomen – dit theoretische model goed volgen. Individuele assets/objecten kunnen natuurlijk afwijken van dit gemiddelde. Juist daarom willen we ook individueel kunnen sturen.

We hebben het theoretisch model daarom zo aangepast dat het dynamisch is. Dat hebben we gedaan door inspectieresultaten direct in te laten grijpen op de theoretische toestand van het asset/object.

Denk bijvoorbeeld aan het slijten van lagers. Gemiddeld genomen is er voor lagers, bij vol continu gebruik, een levensduur van 4 jaar gecalculeerd. Er zullen lagers zijn die dit niet halen en er zullen er ook zijn die daar ver overheen gaan. Om ze toch op het juiste moment te wisselen, zonder daarbij veel te vroeg of te laat te zijn, gebruiken we het middel van de inspectie.

Ook de NEN- en CROW-inspectieresultaten worden op deze manier direct verwerkt in de theoretische modellen, zie de afbeelding hieronder.

Met de gegevens van de inspectie kunnen we goed inschatten of de slijtage conform de theorie loopt of dat deze sneller of langzamer is. De geconstateerde degradatie wordt vergeleken met het theoretische model en op basis van de afwijking aangepast naar het nieuw te verwachten faalmoment. Dit wordt heel duidelijk in de risicomatrix geplot zodat er direct inzicht wordt verkregen in de verschuiving van het risico, zie onderstaande afbeeldingen.

De maatregelen om het falen te voorkomen worden daarmee ook naar voren of naar achteren geschoven.

Zo maakt Clarify software het gehele risicomanagement proces:

🔶 overzichtelijk

🔶 pragmatisch

🔶 én dynamisch